Tennisclub Grubbenvorst voorop met ledlampen rond de tennisbaan
Gravel of kunstbanen? Standaard lampen of ledverlichting rond het veld? Van alle keuzes die Tennisclub Grubbenvorst moest maken voor haar nieuwe sportaccommodatie, waren dit met afstand de belangrijkste. Duurzaamheid was een afweging in alle keuzes. Gelukkig vond ook de gemeente Horst aan de Maas duurzaamheid belangrijk.
Dát er verhuisd moest worden was na jaren overleg wel duidelijk – de gemeente wilde woningbouw plegen op de oude locatie van de tennisclub. Voor de nieuwe locatie had duurzaam bouwen de voorkeur, vertelt voorzitter Eric Thissen. “Dat vonden en vinden wij nog steeds belangrijk. Bij een nieuwe accommodatie heb je alle vrijheid om keuzes te maken en daarin hebben we duurzaamheid meegewogen. Verder wilden we tennisbanen die weinig onderhoud nodig hebben. We hadden voorheen drie gravelbanen en enkele smashcourts. Bijna iedere tennisser speelt liever op gravel, maar als je ieder voorjaar € 3.000 moet aftikken voor het jaarlijkse onderhoud aan de gravelbanen, terwijl de andere banen € 500 kosten, dan is de keuze relatief gemakkelijk. Een gravelbaan opmaken aan het begin van ieder seizoen is bovendien niet duurzaam want het is veel werk waarbij je tractoren en machines nodig hebt. Smashcourts lijken het meest op gravelbanen. Ze zijn makkelijk in het onderhoud en daarmee voor de komende tien jaar de ideale baan voor ons.”
Baanverlichting: energiezuinig
De keuze van de baanverlichting was iets minder eenvoudig. Voor de verhuizing had TC Grubbenvorst een budget. Na het aanvragen van de eerste offertes bleek al snel dat de totale kosten van de nieuwbouw uit de hand zouden lopen, maar dat er ook besparingen waren. Thissen: “De baanverlichting leidde bij ons tot energienota’s van € 7.000 à € 8.000 per jaar. In de wintermaanden en bij de zomeravondcompetitie gaan de lampen aan en dat kost veel elektriciteit. Bovendien gaan de lampen kapot en dan moet je ze laten vervangen. Traditionele halogeenlampen kosten € 350 per stuk. We hadden drie banen met elk vier masten, met drie lichtunits op één mast. Per jaar gaan er wel twee tot vier stuk, dus reken maar uit. Met ledverlichting zou de energierekening meer dan halveren, van € 7.000 naar minder dan € 3.000, een besparing van 50 tot 67 procent, alleen al door ledverlichting.”
Een van de eerste tennisclubs met led
Kleine ‘maar’: er was op dat moment nog maar weinig ervaring met ledverlichting rondom sportvelden. De ledlampen zijn pas zes jaar op de markt en zouden tot wel 30 jaar kunnen meegaan. Of dat haalbaar is, is nog niet aangetoond. Geeft een ledlamp eigenlijk wel voldoende licht? “Er zijn wel voetbalverenigingen met ledverlichting rond de velden, maar daar is de situatie anders. De bal is groter en beweegt langzamer dan een tennisbal, hij stelt daardoor minder hoge eisen aan de verlichting. We hebben informatie ingewonnen bij de KNLTB, de tennisbond, en gevraagd of er een preferred supplier is en welke verlichting goed bekend staat. Zo bleek dat we een van de eersten zouden zijn die ledverlichting om een tennisbaan plaatsen.”
Ook de penningmeester moet het eens zijn met de investering, want ledlampen zijn prijzig: “De meerprijs van het aanleggen van ledverlichting zou in ons geval € 50.000 zijn ten opzichte van traditionele verlichting. Op het totale budget voor de nieuwe accommodatie, toen was er ongeveer € 350.000 beschikbaar, is dat een flink bedrag.” Aan de andere kant is de terugverdientijd van ledverlichting tien jaar, terwijl de lampen waarschijnlijk veel langer meegaan. Nog een voordeel van led: leds kun je aan- en uitzetten, terwijl halogeenlampen moeten nagloeien als je ze uitdoet. Thissen: “Bij halogeenlampen moet je een half uur wachten voordat je ze weer aan kunt zetten – als later blijkt dat er toch nog mensen willen tennissen. Zet je ze toch meteen weer aan, dan gaan ze sneller kapot. In de praktijk betekent dit dat de traditionele lampen de hele avond aan blijven staan, terwijl je leds tussendoor uitzet. Na al deze afwegingen hebben we uiteindelijk voor duurzaamheid gekozen. Op het hele park is ledverlichting aangelegd.”
Gemeente maakt financiering mogelijk
Alle voordelen ten spijt, de duurzame plannen moeten wel gefinancierd kunnen worden. Uit alle aangevraagde offertes bleek dat de begroting flink zou worden overschreden, met name door de dure led-baanverlichting.
Thissen: “Daarom hebben we bij onze gemeente aangeklopt. De gemeente Horst aan de Maas vindt duurzaamheid belangrijk en we mochten in een raadsvergadering onze duurzame plannen toelichten. Alle aspecten kwamen aan bod. Het hergebruik van materialen, warmtepompen, tripleglas, isolatie, zonnepanelen: we hadden een longlist van maatregelen opgesteld, plus een schatting van de kosten. Die zouden uitkomen op € 200.000 voor duurzaamheid. Daarin wilden we ook zelf investeren, maar wat zou de gemeente kunnen bijdragen?”
Het meeste rendement was te behalen uit de plaatsing van zonnepanelen op het dak van de nieuwe accommodatie. De gemeente en de club hebben hierin samen geïnvesteerd, waarbij de club de gemeente terugbetaalt uit het voordeel dat de zonnepanelen opleveren. “Dit is een experiment, heel creatief gevonden. Het einde van deze constructie is open: Het kan de gemeente geld kosten of geld opleveren, afhankelijk van het rendement van de zonnepanelen en het voordeel dat wij genieten. De gemeente heeft een potje voor duurzaamheidsprojecten en als deze constructie goed uitpakt kunnen ze dit vaker doen. De risico’s zijn voor beide beperkt. Wij hebben mee geïnvesteerd. Na 10 jaar zijn de panelen van ons, en dus ook het voordeel én de risico’s. De zonnepanelen kunnen na 11 jaar kapot gaan, maar ook na 18 jaar. We zijn heel benieuwd hoe dit gaat lopen.”
Prettig was de subsidie voor duurzame maatregelen van de provincie Limburg, een potje dat net beschikbaar kwam toen TC Grubbenvorst druk was met het maken van plannen. “We hebben een brief gestuurd naar de provincie om te vragen of wij in aanmerking konden komen voor deze subsidie. Dat zou een derde zijn van de ongeveer € 26.000 die de zonnepanelen kostten. Die subsidie heeft de provincie toegekend en daarmee is onze terugverdientijd aanzienlijk bekort.”
Bouwplannen in teamverband
Ledverlichting en zonnepanelen, het zijn slechts twee duurzame maatregelen die TC Grubbenvorst nam. Op alle niveaus van de bouw werd duurzaamheid meegenomen in de planvorming, vertelt Thissen. “Er zijn zeven bouwteams geformeerd, ieder met een eigen taak en één team met een helikopterview over het project. Leden met deskundigheid op een gebied zoals bouwen, inrichting, horeca, hergebruik van materialen en de aanleg en het onderhoud van tennisbanen, werden ingeschakeld bij dat onderdeel van de bouw. De teams onderzochten de mogelijkheden en koppelden de resultaten terug naar de andere teams. Op basis daarvan hebben we keuzes gemaakt. Er zijn daarvoor twee extra ledenvergaderingen ingelast. Al met al heeft dit deel van het project drie jaar geduurd.”
Het was niet moeilijk om de leden te overtuigen van de noodzaak van het project. “De leden wisten dat onze oude tennisbanen versleten waren, dat de kantine verouderd was en de kleedkamers slecht geïsoleerd en koud. En dat we moesten verhuizen. Er moest iets gebeuren, daar was geen discussie over. Bovendien hadden we gereserveerd voor deze investering. We hebben wel gestemd om de leden van de teams handelingsvrijheid te geven tot een bepaald bedrag. Dit om het tempo erin te houden.”
Het resultaat: vloerverwarming zodat er een constante temperatuur is, overal ledverlichting met sensoren, een energiezuinige cv-ketel en 60 zonnepanelen op het dak, ook voor warm water in de doucheruimte.
Aannames kloppen
De oplevering van de nieuwe accommodatie vond plaats op 1 januari 2015, de opening volgde kort daarna op 11 januari. “Bij het 50-jarige bestaan van onze club.” Duurzaamheid was onderdeel van het feestje, want TC Grubbenvorst is trots op haar nieuwe onderkomen en dat mag de wereld weten. “De publiciteit die we krijgen is mooi, want het is erkenning voor ons werk. Al kost het ook tijd en energie. We krijgen soms andere verenigingen op bezoek die geïnteresseerd zijn in de tennisbanen en de keuzes die we gemaakt hebben. Ik vind het een leuke bijvangst.”
Tennissen op een door leds verlichte tennisbaan is anders, weet Thissen inmiddels. “De verlichting niet zo gelijkmatig als halogeen, maar meer gericht zoals bij een spotje. Daar moet je aan wennen, maar het went snel.”
De eerste resultaten van de energiebesparing zijn binnen. “De aannames van toen blijken redelijk goed te kloppen. We hebben een meter die dat bijhoudt. Van het voordeel dat we hebben, betalen we 80 procent terug aan de gemeente voor de investering. We zijn heel benieuwd waar we over tien jaar staan.”
Ook advies op maat via De Groene Club? Klik hier.